Pagina's

zaterdag 23 mei 2015

Boek: 'Die ene storm' #3


Hey, ik heb voor jullie weer een fragment van mijn boek, die ik aan het schrijven ben. Ik vond het al weer een tijdje geleden, en ik was toch al bezig ermee, dus ik dacht: 'Laat ik er maar een artikel over maken!'
Mijn leraar Nederlands had gevraagd, of hij een stukje mocht lezen van mijn boek. Mijn ouders hadden namelijk verteld, dat ik bezig was met een boek schrijven. Ik vond het wel spannend, maar ik heb het net naar hem gestuurd.

Anyway, zoals je al aan de titel kan zien, is dit mijn derde deel. Dus als je hier en hier klikt, kan je het eerste, en tweede deel ook lezen.



Ik kon mijn ogen niet geloven, het was mijn vader! Hij stapte uit zijn bootje, en ik rende gelijk naar hem toe, en vloog hem in zijn armen.

De tijd leek even stil te staan, en de ellende was even weg. Mijn vader, na zo’n lange tijd terug. Hij streelde met zijn hand in mijn haren, en keek mij met zijn mooie bruine ogen aan, en fluisterde in mijn oor: ‘Je bent, en blijft mijn prinsesje.’ De tranen rolden over mijn wangen, dat ik dit nog ooit zou horen…



Nadat we een tijdje hadden gehuild, vertelde mijn vader dat hij nog een plek wist waar we konden verblijven. Samen klommen we in het bootje, en vaarden we naar de plek waar hij het over had.

Het was een klein kerkje, die nog droogstond doordat hij op een klein heuveltje stond. Mijn oude buurvrouw was samen met wat andere mensen bezig om alles weer een beetje op orde te maken. Ik hoorde mijn vader roepen, en liep snel verder het heuveltje op.

Binnen rook het muf, en banken zaten vol met stof. Hier en daar was wel wat beschadigt door de wind die voor de grote storm aanwezig was. Vader was met iemand aan het praten. De man met wie hij aan het praten was, had een  grote lange cape om, misschien wel een dominee. Ik liep langs alle banken, en bestuurde ze goed. Ik koos een bankje uit die een beetje verscholen zat achter een muur. Ik blies alle stof eraf, en ging er eens voor zitten.

Ik droomde wat weg, en dacht na over vroeger. Lang, lang geleden. 

Ik dacht na over mijn moeder, die altijd dacht dat ik een klein kind was. Over mijn broer, die zich elke dag verschuilde in zijn kamer, achter zijn computerscherm. Waar zouden zij nu eigenlijk zijn?

Zouden ze verhuist zijn, naar een ander land. Op zoek naar rust, en dan nooit meer aan mij denken?




Er komt nog een vervolg.. 

Liefs,

Ruth

1 opmerking: